Dit heb je nodig: - behangsellijm - toiletpapier - vel papier of karton - potlood - verf - penseel
Versnipper het toiletpapier en drenk het in de lijm. Op deze manier ontstaat er een papje. Op het vel papier maak je een tekening van een dier. Vul nu de tekening met het papje van papier-mache. Als het werkstuk droog is kun je het mooi beschilderen.Dit heb je nodig: -eierkarton -chenilledraad -schaar -verf -penseel
Maak het lijf van de rups door een strook van ongeveer 6 vakjes uit het eierkarton te knippen. Beschilder het lijf in mooie kleuren en het laat het drogen. Met een schaar maak je twee gaatjes in het kopje van de rups. Hierin steek je de chenilledraad, als je deze om een potlood of een dikke stift draait kun je het mooi laten krullen.Dit heb je nodig: -klei -kleimesje
Maak een dikke rol klei, laat de staart een beetje spits uitlopen. Het hoofd knijp je uit de kleirol. Je kunt de muil van het dier opensnijden en voorzien van gevaarlijke tanden.Dit heb je nodig: - gekleurd papier - repen papier (zwart en geel) - schaar - lijm - chenilledraad
Vouw met de repen een muizentrapje. Dit doe je door de repen haaks op elkaar te leggen en ze daarna steeds over elkaar heen te vouwen zoals op de afbeelding te zien is. Daarna knip je een kop, vleugels en pootjes uit papier en plak je ze aan het lijfje vast. De twee sprietjes zijn gemaakt van een klein stukje chenilledraad. Natuurlijk kun je ook deze van papier maken.
Dit heb je nodig:
Beschilder de eierdoos, de keukenrol en de w.c. rolletjes. Plak de delen zoals op de foto te
zien is aan elkaar. De staart maak je van wol, de oren van papier en de ogen van de twee
halve piepschuimbolletjes.
- kleine eierdoos
- 5 w.c. rolletjes
- verf
- penseel
- 2 halve piepschuimbolletjes
- schaar
- lijm
- keukenrol
- gekleurd papier
- wol
Dit heb je nodig:
Knip twee driehoeken uit de koker om de snavel van de vogel te maken.
Druk een half piepschuimbolletje in het andere uiteinde van de koker.
Beschilder de koker, de piepschuimbolletjes en de sat stokjes en laat ze drogen.
Prik met een sat stokje gaatjes in de halve bol en steek de veren er met een beetje lijm in.
Plak nu de ogen op het rolletje. Om de poten te maken steek je de sat stokjes met wat lijm eraan in de halve bollen.
Prik de poten in het rolletje. Draai de chenilledraad om je vinger om er een spiraalvorm in te maken en
plak hem in de snavel.
- w.c. rolletje
- gekleurde veren
- verf
- penseel
- 3 halve piepschuimbolletjes met dezelfde diameter als het rolletje
- wattenbolletjes om de ogen mee te maken
- sat stokjes
- schaar
- chenilledraad
- lijm
|
|
|
De kikkertjes,
de kikkertjes die springen in het rond.
De kikkertjes,
de kikkertjes die springen in het rond.
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
In het hoge gras, in het lage gras,
ze springen in het rond,
In het hoge gras, in het lage gras,
ze springen in het rond.
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik niet, zei de duif,
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik niet, zei het paard,
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik niet, zei het konijn,
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik niet, zei de geit,
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik niet, zei de koe,
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik niet, zei het varken,
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik wel, zei de hond,
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep gaat van PLETS, PLETS, PLETS!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep gaat van PLOF, PLOF, PLOF!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep gaat van RATATATA TA!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep gaat van PLOKKE, PLOKKE, PLOK!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep gaat van FFFLATSS, FFFLATSS!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep gaat van FLOPS, FLOPS, FLOPS!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep viel precies op jouw kop!
Er was er eens een muis,
een lieve kleine muis.
Die kreeg een babymuisje,
en weet je wat ze zei?
Piep, piep, wat ben ik blij.
Er was er eens een beer,
een lieve bruine beer.
Die kreeg een babybeertje,
en weet je wat ze zei?
Brom, brom, wat ben ik blij.
Er was er eens een poes,
een lieve zwarte poes.
Die kreeg een babypoesje,
en weet je wat ze zei?
Miauw, miauw, wat ben ik blij.
Er was er eens een eend,
een lieve witte eend.
Die kreeg een babyeendje,
en weet je wat ze zei?
Kwak, kwak, wat ben ik blij.
Er was er eens een slak,
een lieve rode slak.
Die kreeg een babyslakje,
en weet je wat ze zei?
Het slakje dat zei niets,
omdat ze niet kon praten.
Dus zat ze in de wei,
en dacht: wat ben ik blij!
Krokodil, weet je wat ik wil?
Een kusje, een kusje.
Krokodil, weet je wat ik wil?
Een kusje, een kusje op mijn bil!