Dit heb je nodig:
- behangsellijm
- toiletpapier
- vel papier of karton
- potlood
- verf
- penseel
Dit heb je nodig:
-eierkarton
-chenilledraad
-schaar
-verf
-penseel
Dit heb je nodig:
-klei
-kleimesje
Dit heb je nodig:
- gekleurd papier
- repen papier (zwart en geel)
- schaar
- lijm
- chenilledraad
Beschilder de eierdoos, de keukenrol en de w.c. rolletjes. Plak de delen zoals op de foto te
zien is aan elkaar. De staart maak je van wol, de oren van papier en de ogen van de twee
halve piepschuimbolletjes.
Dit heb je nodig:
- kleine eierdoos
- 5 w.c. rolletjes
- verf
- penseel
- 2 halve piepschuimbolletjes
- schaar
- lijm
- keukenrol
- gekleurd papier
- wol
Knip twee driehoeken uit de koker om de snavel van de vogel te maken.
Druk een half piepschuimbolletje in het andere uiteinde van de koker.
Beschilder de koker, de piepschuimbolletjes en de sat stokjes en laat ze drogen.
Prik met een sat stokje gaatjes in de halve bol en steek de veren er met een beetje lijm in.
Plak nu de ogen op het rolletje. Om de poten te maken steek je de sat stokjes met wat lijm eraan in de halve bollen.
Prik de poten in het rolletje. Draai de chenilledraad om je vinger om er een spiraalvorm in te maken en
plak hem in de snavel.
Dit heb je nodig:
- w.c. rolletje
- gekleurde veren
- verf
- penseel
- 3 halve piepschuimbolletjes met dezelfde diameter als het rolletje
- wattenbolletjes om de ogen mee te maken
- sat stokjes
- schaar
- chenilledraad
- lijm
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|
De kikkertjes,
de kikkertjes die springen in het rond.
De kikkertjes,
de kikkertjes die springen in het rond.
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
In het hoge gras, in het lage gras,
ze springen in het rond,
In het hoge gras, in het lage gras,
ze springen in het rond.
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwak
oe-wak kwakkwakkwakkwak
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Wie heeft er op mijn kop gepoept?
Ik wel, zei de hond,
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
Ik niet, zei de duif,
mijn poep gaat van PLETS, PLETS, PLETS!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
Ik niet, zei het paard,
mijn poep gaat van PLOF, PLOF, PLOF!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
Ik niet, zei het konijn,
mijn poep gaat van RATATATA TA!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
Ik niet, zei de geit,
mijn poep gaat van PLOKKE, PLOKKE, PLOK!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
Ik niet, zei de koe,
mijn poep gaat van FFFLATSS, FFFLATSS!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
Ik niet, zei het varken,
mijn poep gaat van FLOPS, FLOPS, FLOPS!
Zo n dikke bruine drol?
Dat vroeg de kleine mol.
mijn poep viel precies op jouw kop!
Er was er eens een muis,
een lieve kleine muis.
Die kreeg een babymuisje,
en weet je wat ze zei?
Piep, piep, wat ben ik blij.
Er was er eens een beer,
een lieve bruine beer.
Die kreeg een babybeertje,
en weet je wat ze zei?
Brom, brom, wat ben ik blij.
Er was er eens een poes,
een lieve zwarte poes.
Die kreeg een babypoesje,
en weet je wat ze zei?
Miauw, miauw, wat ben ik blij.
Er was er eens een eend,
een lieve witte eend.
Die kreeg een babyeendje,
en weet je wat ze zei?
Kwak, kwak, wat ben ik blij.
Er was er eens een slak,
een lieve rode slak.
Die kreeg een babyslakje,
en weet je wat ze zei?
Het slakje dat zei niets,
omdat ze niet kon praten.
Dus zat ze in de wei,
en dacht: wat ben ik blij!
Krokodil, weet je wat ik wil?
Een kusje, een kusje.
Krokodil, weet je wat ik wil?
Een kusje, een kusje op mijn bil!